Alle opleidingen > Masterproef (ict)
Masterproef (ict) (B-KUL-Z11661)
20 studiepuntenNederlands
1 uren
Beide semesters
Uitgesloten voor examencontract
Uitgesloten voor creditcontract
Baldewijns Greet (coördinator)| Baldewijns Greet
OC Elektronica-ICT - Campus Geel
Doelstellingen
Begintermen
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Plaats in het onderwijsaanbod
Doelstellingen
(MK2):
Diepgang verwerven in minstens één van de volgende elektronica – ICT-disciplines: digitale en analoge systemen, informatieverwerkende systemen en communicatiesystemen (MI1): Problemen analyseren en oplossen
(MI2): Ontwerpen en/of ontwikkelen
(MI3): Toepassingsgericht onderzoeken
(MI4): Ethisch handelen
(MI5): Ondernemen
(MG1): Informatie verwerven en verwerken
(MG2): Communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten
(MG3): Kritisch reflecteren
(MG4): Samenwerken in team in verschillende rollen
(MG5): Professionaliteit
LEERDOELEN:
Via de masterproef toont de student aan dat hij beschikt over het vermogen om een toegepast onderzoeksprobleem op te lossen, en dit op zelfstandige basis en op academisch niveau. Het toegepast onderzoeksprobleem dat onderwerp is van de masterproef moet een innovatieve, technologische oplossing vergen waarbij de student (voor hem) nieuwe ingenieurskennis moet vergaren en creatief moet toepassen. Dit houdt in:
- De student kan zich zelfstandig inwerken in een complexe wetenschappelijke of toepassingsgerichte probleemstelling en kan zelfstandig inzicht in het betrokken domein verwerven (MK2, MI1, MG1)
- De student kan de doelstelling van zijn masterproef correct formuleren en vertalen in een reeks wetenschappelijke onderzoeksvragen en/of technische vereisten (MI3, MG3)
- De student kan vanuit de probleemstelling een passend onderzoeksplan definiëren en volgt een aantal logisch opeenvolgende onderzoeksstappen om het probleem op te lossen. Hierbij levert de student een persoonlijke inbreng (MI1, MI2, MI3).
- De student kan informatie en nieuwe kennis verzamelen, kritisch verwerken en interpreteren. Hij kan op correcte wijze naar zijn informatiebronnen refereren (MK2, MG1, MG3).
- De student kan oplossingsgericht werken, kan omgaan met deadlines, is flexibel en toont doorzettingsvermogen (MI1, MG5)
- De student kan een gepaste oplossing realiseren voor het toegepaste onderzoeksprobleem dat onderwerp is van de masterproef en levert hierbij een substantiële persoonlijke inbreng (MK2, MI1, MI2, MI3, eventueel MP1).
- De student kan initiatief nemen en blijk geven van een ondernemende instelling (MI4)
- De student kan zich sociaal en collegiaal opstellen in de groep waarin zijn opdracht zich situeert en kan gepast en regelmatig over de vorderingen van zijn opdracht met alle betrokkenen communiceren (MG2, MG4)
- De student kan rekening houden met relevante omgevingsaspecten en randvoorwaarden bij de oplossing van het onderzoeksprobleem: milieu-aspecten, bedrijfskundige aspecten, ergonomie, gezondheid, veiligheid, ... (MI4, MI5)
Begintermen
- De student moet het bachelordiploma of het getuigschrift van het schakelprogramma behaald hebben om de masterproef te mogen opnemen in het ISP.
- De masterproef kan enkel opgenomen worden in een ISP dat de student in staat stelt om dat academiejaar af te studeren.
De studietrajectbegeleider kan onder bepaalde voorwaarden afwijken van deze regels conform de facultaire aanvulling bij art. 4 van het OER..
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.
NIVEAU( BACHELOR ) OF NIVEAU( SCHAKEL ) OF NIVEAU( VOORBEREIDING )
Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT (Geel) (Afstudeerrichting ICT) 60 sp.
alle blokken openklappen
Onderwijsleeractiviteiten
20 sp. Masterproef (ict) (B-KUL-Z54171)
20 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Masterproef
1 uren
Beide semesters
Baldewijns Greet
OC Elektronica-ICT - Campus Geel
Inhoud
Studiemateriaal
Toelichting onderwijstaal
Inhoud
De masterproef is het werkstuk waarmee de masteropleiding wordt voltooid en is gericht op het concreet realiseren van innovatie op basis van een technologische oplossing. In het kader van de masterproef moet innovatie begrepen worden als het tot stand brengen van een nieuw (of vernieuwend) product, proces of dienst of het aanbrengen van een optimalisatie aan een bestaand product, proces of dienst. Nieuw of vernieuwend moet hier geïnterpreteerd worden als nieuw of vernieuwend voor de student. De vereiste kennis moet duidelijk de kennis overstijgen die in het curriculum reeds als verworven mag aangenomen worden.
In principe heeft elke student een eigen onderwerp voor de masterproef. Indien dit gespecifieerd is in het masterproefvoorstel, kunnen masterproefonderwerpen soms ook opgenomen en uitgevoerd worden door twee studenten. Iedere masterproef staat onder toezicht van een promotor die behoort tot FIIW. Er kan een bijkomende promotor of een co-promotor van het betrokken bedrijf of de betrokken onderzoeksgroep toegevoegd worden.
Potentiële masterproefonderwerpen worden geformuleerd door interne onderzoeksgroepen, gekoppeld aan de faculteit industriële ingenieurswetenschappen, externe onderzoeksgroepen, de industrie, een docent of de student zelf. Er zijn ook mogelijkheden om de masterproef uit te voeren in het buitenland (bv via Erasmus uitwisseling). Elk onderwerp dat voorgesteld wordt, moet door de opleiding aan de betrokken campus goedgekeurd worden. Het keuzeproces van onderwerp en/of promotor start voor de student in het academiejaar voorafgaand aan de masterproef. Voor bepaalde masterproefonderwerpen wordt de student de mogelijkheid geboden om gedurende de zomervakantie voorafgaand aan de opname van de masterproef stage te lopen in het bedrijf of de onderzoeksgroep waar de masterproef plaatsvindt.
Naast het realiseren van de opdracht moet de student het resultaat van de masterproef op wetenschappelijke wijze beschrijven in een scriptie en mondeling presenteren en verdedigen voor een jury.
Naast deze scriptie schrijft de student eveneens een Engelstalige wetenschappelijke paper volgens een vooraf opgelegd sjabloon. Een verzameling van deze papers wordt elk jaar gepubliceerd.
Studiemateriaal
Toledocursus masterproef
Toelichting onderwijstaal
Nederlands
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Masterproef (ict) (B-KUL-Z81661)
Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Geen
Toelichting
Toelichting bij herkansen
Toelichting
De masterproef wordt geëvalueerd op basis van drie deelaspecten: proces (40 %), scriptie & wetenschappelijke samenvatting (30 %) en presentatie & verdediging (30 %). Elk van deze deelaspecten wordt beoordeeld op ‘vorm’ en op ‘inhoud’.
- Proces
- Proces (werkattitude): aanpak, planning, inzet, initiatief nemen, communicatie, professionele houding, etc
- Proces (methodiek & resultaat): kwaliteit van het eindresultaat, persoonlijke inbreng, gebruikte methodologie, etc
- Scriptie & wetenschappelijke samenvatting
- Scriptie en wetenschappelijke samenvatting (vorm): structuur, taalgebruik, wetenschappelijkheid, etc.
- Scriptie en wetenschappelijke samenvatting (inhoud & product): kwaliteit van geleverde werk, wetenschappelijke correctheid, persoonlijke inbreng, kritische analyse
- Presentatie & verdediging voor een jury
- Presentatie en verdediging (vorm): opbouw slides, taalgebruik, houding, timemanagement, etc.
- Presentatie en verdediging (inhoud & product): kwaliteit van het voorgestelde werk, verdediging en antwoorden op de vragen, etc
De puntenverdeling tussen vorm enerzijds en inhoud & product anderzijds is voor de drie deelaspecten:
- Proces: 15/40 voor werkattitude en 25/40 voor methodiek & resultaat
- Scriptie & wetenschappelijke samenvatting: 10/30 voor de vorm en 20/30 voor inhoud & product
- Presentatie en verdediging: 10/30 voor de vorm en 20/30 voor inhoud & product
Een resultaat van minder dan 8/20 op één van de drie deelaspecten (proces, scriptie, presentatie & verdediging) geeft altijd aanleiding tot een onvoldoende op het geheel van de masterproef. Het eindcijfer voor de masterproef bedraagt in dat geval maximaal 9/20.
Het eindcijfer van de masterproef wordt met één decimaal genoteerd, behalve in de zone tussen 9,0/20 en 10,0/20. Indien het berekende eindcijfer van de masterproef tussen 9,0/20 en 10,0/20 ligt, wordt het eindcijfer vastgelegd op 9,0/20 en schriftelijk gemotiveerd, tenzij de jury op basis van haar beraadslaging oordeelt dat de student mag slagen voor de masterproef. In dit laatste geval wordt het eindcijfer vastgelegd op 10,0/20.
Niet tijdig indienen van de scriptie of niet opdagen voor de presentatie & verdediging leidt tot een NA voor de masterproef.
Toelichting bij herkansen
De evaluatie gebeurt gelijkaardig als bij de eerste examenkans. Bij een onvoldoende bij de eerste examenkans wordt het nodige bijkomende werk dat de student moet uitvoeren gespecifieerd.
- Verplicht in fase
- Optioneel in fase
- Eerste semester
- Tweede semester
- Beide semesters
- Dit jaar
- Volgend jaar
- Wisselende jaren
- Extern
- Voorwaarden
- Docenten
- Onderwijstaal
- Duur